Hans Kapteyn wacht me op voor de Scheppingskerk in Leiderdorp, onder het bord dat de boekenmarkt aankondigt. Hij neemt afscheid als secretaris van de Federatie van Diaconieën. Waarom? Hij is 75 en in de statuten staat dat je er een keer mee op moet houden. Dat vindt hij ook goed. Hij heeft er meer dan veertig jaar kerkenwerk opzitten, waarvan hij dertig jaar ambtsdrager was.

Hans’ kerkelijke loopbaan is begonnen toen hij als jonge vader in de gereformeerde kerk van Hillegom jeugdouderling werd. Toen hij in 1981 naar Leiderdorp verhuisde, werd hij opnieuw jeugdouderling en voorzitter van de commissie zending en werelddiaconaat. Daarna is hij er tot 2006 ouderling geweest. In afwisseling met de scriba was hij acht jaar voorzitter van de kerkenraad. Hij werd afgevaardigde van de classis Leiden naar de Gereformeerde synode en aansluitend naar de synode van de Protestantse Kerk. In 2006 werd hij op verzoek van het moderamen van de synode diaken om er de vrijkomende plek van diaken te kunnen vervullen. Als je landelijk bestuurt moet je ook gewoon plaatselijk diaken zijn, vindt hij, in de eredienst en bijvoorbeeld met de kledingactie. Met de boekenmarkt is hij met zijn vrouw en veel andere vrijwilligers in 2010 begonnen. Regionaal was hij van 2005 tot 2021 scriba van de classis Zuid-Holland Noord. Landelijk zat hij in het bestuur van de Stichting Interkerkelijke Leden Administratie, maar daar houdt hij nu ook mee op. Al je besturen leuk vindt, vinden mensen je al gauw, zegt hij. Dat zijn vrouw hem daarvoor de ruimte gaf en hij op zijn 55e met een regeling uit het personeelswerk bij de ABN-AMRO kon vertrekken, hielp natuurlijk ook.

 

 

Vanuit het moderamen van de synode was Hans in de jaren 2009 en 2010 afgevaardigde in het bestuur van de Federatie van Diaconieën. In 2012 werd hij lid van het bestuur en in 2016 secretaris. De Federatie is na het verdwijnen van de Generale Diaconale Raad heropgericht in dezelfde sfeer van de naoorlogse kerk. Alle provincies moesten in het bestuur vertegenwoordigd zijn. Met de krimp van de kerk wordt de organisatie echter minder belangrijk. Het institutionele denken verdwijnt. Leden komen niet meer naar de jaarvergadering om op landelijk niveau vertegenwoordigd te zijn, maar zoeken wel ondersteuning in hun lokaal diaconie zijn. Hans vond het een mooie taak om na te denken hoe je in veranderende omstandigheden ondersteunend kunt blijven voor het plaatselijke diaconale werk.

Dat het niet meer zo is als in de vorige eeuw, vindt hij niet goed of fout, maar je moet er wel mee omgaan. De volgende generatie gaat niet onder de oude structuur functioneren. De organisatie is minder belangrijk dan het in stand houden van de bedoeling. Zolang het doel gerealiseerd kan worden, moet je dus aanpassen in vorm. Er blijft naar de overtuiging van Hans een kerk, en daarbinnen blijft diaconaat. Waar het pastoraat vooral op de eigen leden gericht is, is het diaconaat ook naar buiten gericht. De velden zijn wat hem betreft wit om te oogsten. Hij kijkt haast lichtvoetig naar de mogelijkheden. Je hebt als kerkleden allemaal een diaconale opdracht, die kun je op 101 manieren inzetten. In elke situatie moet je kijken hoe je je roeping vorm en inhoud kunt geven. Niet alles hoeft groter en beter. Het wordt bijvoorbeeld moeilijker om kerkgebouwen te onderhouden. Maar je kunt kerkgebouwen ook diaconaal inzetten voor nood van de mensen om je heen. Wat is dan de waarde om je financiën strikt gescheiden te houden? Beide geldstromen in de kerk hebben een functie, maar ze staan niet los van elkaar.

De roeping geldt ook voor de Federatie van Diaconieën nog volop. Diaconaal commentaar op een conceptvisie voor de kerk is belangrijk, een diaconale bijdrage aan het werk van de commissie Werkzaam vermogen en advies over beheer aan de leden ook. Als werk het eindig is, omdat er bijvoorbeeld moeilijk vrijwilligers voor het bestuur te vinden zijn, kijk dan hoe je werk in andere vormen over kunt dragen. De samenwerking met de VKB, de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer, past in het beeld. Doe experimenten die lokaal helpen. Via het internet kan je op afstand dicht bij mensen komen, ze bij elkaar brengen en ideeën uitwisselen.

Twee eigen bronnen geeft Hans mee – een diaconaal lied en een tekst met een opdracht

  •  Lied 718: Niet voor schuren, die niet duren, gaf Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in Uw goede gaarde, niemand honger lijdt.
  • Micha 6,8: Er is jou, mens gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Dank Hans, voor je inzet.

Gerrit Goedhart, voorzitter