De diaconie aan zet
Sinds de kanteling van de WMO, waarbij de landelijke overheid de uitvoering van het pakket Zorg en Welzijn aan de burgerlijke gemeenten heeft overgedragen, wordt de aanspraak op deze voorziening drastisch gewijzigd.
De regie van de zorgverlening is een taak van de gemeenten en deze gaan uit van eigen kracht van de burgers en de wens dat dezen zelf de regie hebben in hun leven. Het nieuwe concept van de burgerlijke gemeenten is: ‘iedereen doet mee’. Wanneer de burger zichzelf niet helemaal meer kan redden dan dient deze eerst te worden opgevangen door het sociale netwerk van de burger zelf, dus door vrijwilligers. Dat noemen we informele zorg.
Indien de informele zorg niet voldoende is komt de burgerlijke gemeente in beeld om, naast de informele zorg, kortdurende lichte professionele ondersteuning aan te bieden die, verder kan worden uitgebreid naar langdurige professionele gespecialiseerde hulp. De burgerlijke gemeente geeft geen zorg maar helpt mee een oplossing te zoeken voor de cliënt.
Voor de uitvoering van de informele zorg zoeken de burgerlijke gemeenten naar samenwerking met vrijwilligersorganisaties zoals kerken en diaconieën. Door kerken, gedreven door hun diaconale opdracht van omzien naar elkaar, wordt met vrijwilligers al heel veel zorg aan de naaste besteed. Deze kan door samenwerking verder worden verbeterd en eventueel uitgebreid.
Deze samenwerking is voor de meeste diaconieën geheel nieuw, maar biedt ook kansen om in de praktijk de diaconale opdracht in woord en beeld te laten zien. Daarbij is het van belang dat voor het eigen beleid(splan) voor diaconieën leidend is en dat zij niet in de positie geraken van louter leverancier van vrijwilligers en middelen.
Om kerken en diaconieën toe te rusten organiseren Kerk in Actie en de Federatie van Diaconieën jaarlijks een studiedag WMO. Ook samenwerking met gemeenten komt daar aan de orde.